LEES: Lukas 15 vers 25-32
SOAP: Lukas 15 vers 28, 31-32
"Maar hij werd toornig, en wilde niet ingaan. Zo ging dan zijn vader uit, en bad hem. En zeide tot hem: Kind, gij zijt altijd bij mij, en al het mijne is uwe. Men behoorde dan vrolijk en blijde te zijn; want deze uw broeder was dood, en is weder levend geworden; en hij was verloren, en is gevonden."
Ik denk dat ik me best wel vaak als die oudste zoon voelde, het gevoel had dat mij tekort werd gedaan ten opzichte van anderen. Vroeger vond ik het niet eerlijk als een broer/zus iets mocht wat ik niet mocht, als ik vroeger naar bed moest dan mijn jongere zusje (want volgens mijn moeder had ik meer slaap nodig dan zij) en zo zijn er nog tal van voorbeelden waarbij ik me achtergesteld voelde. En nog steeds betrap ik me nog wel eens op dit gevoel. Waarom genezen mensen om me heen, maar loop ik al jaren en jaren rond met die rug-/heuppijn? Waarom hebben anderen meer geld om te besteden en moeten wij zuinig aan doen om rond te komen? In plaats van blij te zijn voor een ander, kruipt dat gevoel van zelfmedelijden omhoog. Door in dit gevoel te ‘zwelgen’ (eraan toe te geven, de gedachten toe te laten) raken mijn ogen van God af en dat is natuurlijk de bedoeling van de vijand. Eigenlijk zou ik meer Bijbelteksten uit mijn hoofd moeten kennen die ik op zo’n moment kan proclameren, zodat mijn focus op God blijft. Ik wil het boekje ‘Scripture Keys’ maar gaan doorzoeken op teksten die bij dit gevoel passen. Want ik wil mijn focus op Hem!
BeantwoordenVerwijderen