Pagina's

woensdag 9 oktober 2013

Lukas 22 ~ Woensdag

LEES: Lukas 22: 31-38
SOAP: Lukas 22: 31-32

31 En de Heere zeide: Simon, Simon, ziet, de satan heeft ulieden zeer begeerd om te ziften als de tarwe; 32 Maar Ik heb voor u gebeden, dat uw geloof niet ophoude; en gij, als gij eens zult bekeerd zijn, zo versterk uw broeders. 33 En hij zeide tot Hem: Heere, ik ben bereid, met U ook in de gevangenis en in den dood te gaan. 34 Maar Hij zeide: Ik zeg u, Petrus, de haan zal heden niet kraaien, eer gij driemaal zult verloochend hebben, dat gij Mij kent. 35 En Hij zeide tot hen: Als Ik u uitzond, zonder buidel, en male, en schoenen, heeft u ook iets ontbroken? En zij zeiden: Niets. 36 Hij zeide dan tot hen: Maar nu, wie een buidel heeft, die neme hem, desgelijks ook een male; en die geen heeft, die verkope zijn kleed, en kope een zwaard. 37 Want Ik zeg u, dat nog dit, hetwelk geschreven is, in Mij moet volbracht worden, namelijk: En Hij is met de misdadigen gerekend. Want ook die dingen, die van Mij geschreven zijn, hebben een einde. 38 En zij zeiden: Heere! zie hier twee zwaarden. En Hij zeide tot hen: Het is genoeg.

---------------------------------------------------------------------------------

Jezus lag met zijn twaalf leerlingen aan voor de Pesachmaaltijd, maar wat een merkwaardig gezelschap eigenlijk.. 


Als eerste is er Judas; in vers 3 lezen we dat Satan in Judas voer. Jezus zegt het zelf (vers 21): “Doch ziet, de hand desgenen, die Mij verraadt, is met Mij aan de tafel”. Ook Judas ligt aan met Jezus. Wat een wrange tegenstelling: hij eet van Jezus’ brood, en intussen is hij uit op Jezus’ dood. Wij zouden Judas niet zo snel toelaten aan het Avondmaal, maar Jezus wel. Hij laat zijn verrader aanliggen in het kleine gezelschap bij deze laatste maaltijd. Hij gooit hem er niet uit, in tegenstelling Hij blijft Judas liefde en goedheid geven. Doordat Satan in Judas voer, is er in het hart van Judas geen plaats meer voor Jezus..

En dan hebben we Simon Petrus. "Simon, Simon," zegt Jezus. Niet zijn erenaam Petrus, maar de gewone mensennaam Simon. "Satan heeft jullie opgeëist om jullie als graan te mogen zeven." Jezus zegt jullie, in Simon Petrus bedoelt Satan dus de hele groep apostelen. Satan wil de apostelen zeven, zoals graankorrels in een grote zeef worden gedaan om het kaf van het koren te scheiden. Satan wil de leerlingen uitlokken om te kijken wie voor Jezus zal kiezen en wie voor hem. Jezus weet dat Petrus het niet gaat redden.

Wat een gezelschap dat zo samen met Jezus aanligt voor Zijn laatste maaltijd. Zijn groep trouwste vrienden, er vallen zomaar gaten in; Judas, Simon. Maar zijn wij niet net zoals Judas en Simon? Want ook nu nog probeert Satan ons uit te lokken. Jezus weet dat Satan ons op onze zwakke plek probeert te pakken. Maar zoals Jezus in Lukas al bad voor de apostelen (vers 32), zo bidt Hij ook nu nog voor ons. Wat een bemoedigende en geruststellende gedachte is dat!

(Ontleent aan een preek van 7 november 2010 in de Gereformeerde Kerk Pijnacker-Nootdorp)



Vandaag voor kinderen

1 opmerking:

  1. Vandaag heb ik slechts wat losse gedachten op papier kunnen krijgen:

    Ik ben de tel kwijt, maar vandaag lezen we opnieuw dat Jezus Zijn eigen dood (of eigenlijk Zijn lijden) voorzegt. (in vers 37) Ditmaal tijdens de Pasach-maaltijd die Hij samen met Zijn discipelen houdt.

    Jezus heeft eerder Zijn discipelen op pad gestuurd zonder dat ze iets mochten meenemen. Nu zegt Hij dat ze voortaan wel voorbereid op pad moeten gaan. Ik denk dat we hieruit kunnen leren dat we onze eigen verantwoordelijkheid moeten nemen, ons moet voorbereiden op dingen en niet zomaar alles op ons af laten komen en verwachten dat God in alles zal voorzien.

    Petrus zei dat hij bereid was Jezus overal te volgen, zelfs tot in de gevangenis en de dood. Maar Jezus wist dat de praktijk anders zou uitpakken. Hoe zit dat bij ons?

    “Versterk uw broeders” (en zusters denk ik er dan achteraan, God maakt geen onderscheid in geslacht) is de opdracht die Jezus geeft vandaag. Ook aan jou en aan mij. We moeten er zijn voor elkaar. Elkaar bemoedigen.

    BeantwoordenVerwijderen