SOAP: Lukas 19 vers 23-24, 26
20 En een ander kwam, zeggende: Heer, zie hier uw pond, hetwelk ik in een zweetdoek weggelegd had; 21 Want ik vreesde u, omdat gij een straf mens zijt; gij neemt weg, wat gij niet gelegd hebt, en gij maait, wat gij niet gezaaid hebt. 22 Maar hij zeide tot hem: Uit uw mond zal ik u oordelen, gij boze dienstknecht! Gij wist, dat ik een straf mens ben, nemende weg, wat ik niet gelegd heb, en maaiende, wat ik niet gezaaid heb. 23 Waarom hebt gij dan mijn geld niet in de bank gegeven, en ik, komende, had hetzelve met woeker mogen eisen? 24 En hij zeide tot degenen, die bij hem stonden: Neemt dat pond van hem weg, en geeft het dien, die de tien ponden heeft. 25 En zij zeiden tot hem: Heer, hij heeft tien ponden. 26 Want ik zeg u, dat een iegelijk, die heeft, zal gegeven worden; maar van degene, die niet heeft, van dien zal genomen worden ook wat hij heeft. 27 Doch deze mijn vijanden, die niet hebben gewild, dat ik over hen koning zoude zijn, brengt ze hier, en slaat ze hier voor mij dood.
---------------------------------------------------------------------------------
De eerste twee dienstknechten hebben iets gedaan met de muntstukken die ze gekregen hadden. De ene meer dan de ander, maar ze hebben er beide iets mee gedaan. De derde dienstknecht heeft helemaal niets met de muntstukken gedaan. De derde dienstknecht is iemand zonder vertrouwen en geloof. Hij durft helemaal niets met het geld te doen. Hij brengt het zelfs niet naar de bank. Nu werkte de bank in die tijd een stuk anders dan nu bij ons; je moest er vaak heen om te controleren of het goed ging met je geld en of het er nog was en steeds blijven aandringen. Dat kostte dus inspanning, die de luie dienstknecht niet eens nam. Hij zei zelf dat zijn meester streng is en je zou dan juist verwachten dat hij dubbel zijn best deed!
Wij hebben allemaal onze talenten van God gekregen. Ieder zijn eigen talenten en de één misschien meer dan de ander. Maar... iedereen is belangrijk voor God! Iedereen kan iets, en het maakt niet uit wat je kunt, als je maar je best doet. Het gaat God om je inzet!
Het grootste cadeau dat we van God hebben gekregen, is onze redding door Jezus' dood en opstanding. Dit wil Hij aan iedereen geven, zoals in de gelijkenis alle dienstknechten evenveel geld krijgen. Het gaat erom wat je ermee doet. Verstop je het, zoals de dienstknecht in de laatste verzen? Dan heeft niemand er iets aan. God wil dat we het investeren, zodat het vermeerdert.
BeantwoordenVerwijderenGeloof is dood geloof als je er niets mee doet. (hierover kun je lezen in Jakobus 2) Het is de bedoeling dat we het uitleven en delen met de mensen om ons heen. Het als het ware handen en voeten geven door om ons heen te kijken naar mensen voor wie we iets kunnen betekenen, bijvoorbeeld door een gesprekje, een kop thee, een vriendelijk woord, een knuffel, een bemoediging, etc. Want als wij als christenen dit niet doen, wie dan wel?
Deze gelijkenis schreeuw als het ware: DOE IETS!
Helemaal waar!
Verwijderen