"Ik zeg ulieden, dat er alzo blijdschap zal zijn in den hemel over een zondaar, die zich bekeert, meer dan over negen en negentig rechtvaardigen, die de bekering niet van node hebben."
Huh? Ik snap wel dat er mensen zijn die rechtvaardig wandelen, maar heeft niet iedereen bekering nodig? Of gaat het hier echt alleen maar over je wandel, dus of je goed en rechtvaardig wandelt? Want iedereen heeft een Redder nodig. Iedereen is zondig en heeft Gods genade nodig. Ik dacht altijd dat ik wel aardig goed leefde, maar dat was niet genoeg, ik werd er niet door gered, ik zou nog steeds in de hel belanden. Pas toen ik tot besef kwam dat ik vergeving van zonde nodig had, om de kloof tussen God en mij te overbruggen, kon ik bij Hem komen en een relatie met Hem hebben.
De gelijkenis met de Herder ken ik eigenlijk voornamelijk uit de kinderbijbel. Daar lees je meestal dat de Herder thuiskomt met Zijn schapen en ze telt bij het naar binnengaan. Dan komt Hij erachter dat er een schaapje mist en Hij teruggaat om het te zoeken. Maar in het stukje van vandaag lezen we dat Jezus het anders vertelde. De Herder liet de schapen achter in de wildernis/de woestijn. Deze schapen zijn de schapen die Jezus vergelijkt met mensen die (altijd al) rechtvaardig wandelden. De Herder had het vertrouwen dat hen niets zou overkomen. De wildernis associeer ik met moeilijk begaanbare wegen en moeilijkheden. God heeft het vertrouwen dat rechtvaardige mensen toch op de juiste weg blijven, ondanks de moeilijkheden die ze tegenkomen.
Nu ik tot bekering ben gekomen, heb ik het verlangen in mijn hart om rechtvaardig te leven om God te behagen. Nu mag ik dus bij die negenennegentig schapen horen. Maar ja, dat betekent dat er moeilijkheden kunnen komen, dat mijn weg niet altijd geƫffend is. Door dicht bij God te leven, te werken aan mijn relatie met Hem, zal ik in staat zijn om die moeilijkheden te boven te komen.
De Herder liet de schapen alleen achter in de wildernis. Maar God/Jezus, onze Herder, laat ons niet in de steek. We mogen weten dat we altijd bij Hem aan kunnen kloppen en dat Hij ons zal leiden.
God heeft de rechtvaardigen al gevonden, die hebben zich bekeerd. Je kan er vanuit gaan dat zij een relatie met God hebben, of aan het ontwikkelen zijn. Dit gevonden schaap (mens) leert dat als hij afgedwaald is, weer gevonden wordt. Of als hij de weg niet weet, ook gevonden wordt. Soms ligt het nog aan ons om de keuze te maken voor God. Maar als je naar Hem roept komt Hij je halen en brengt je op zijn schouders thuis. Zo is iedereen even kostbaar voor God, want iedereen in de hemelen is blij. Dat zijn ook Zijn engelen!
Huh? Ik snap wel dat er mensen zijn die rechtvaardig wandelen, maar heeft niet iedereen bekering nodig? Of gaat het hier echt alleen maar over je wandel, dus of je goed en rechtvaardig wandelt? Want iedereen heeft een Redder nodig. Iedereen is zondig en heeft Gods genade nodig. Ik dacht altijd dat ik wel aardig goed leefde, maar dat was niet genoeg, ik werd er niet door gered, ik zou nog steeds in de hel belanden. Pas toen ik tot besef kwam dat ik vergeving van zonde nodig had, om de kloof tussen God en mij te overbruggen, kon ik bij Hem komen en een relatie met Hem hebben.
BeantwoordenVerwijderenDe gelijkenis met de Herder ken ik eigenlijk voornamelijk uit de kinderbijbel. Daar lees je meestal dat de Herder thuiskomt met Zijn schapen en ze telt bij het naar binnengaan. Dan komt Hij erachter dat er een schaapje mist en Hij teruggaat om het te zoeken. Maar in het stukje van vandaag lezen we dat Jezus het anders vertelde. De Herder liet de schapen achter in de wildernis/de woestijn. Deze schapen zijn de schapen die Jezus vergelijkt met mensen die (altijd al) rechtvaardig wandelden. De Herder had het vertrouwen dat hen niets zou overkomen. De wildernis associeer ik met moeilijk begaanbare wegen en moeilijkheden. God heeft het vertrouwen dat rechtvaardige mensen toch op de juiste weg blijven, ondanks de moeilijkheden die ze tegenkomen.
Nu ik tot bekering ben gekomen, heb ik het verlangen in mijn hart om rechtvaardig te leven om God te behagen. Nu mag ik dus bij die negenennegentig schapen horen. Maar ja, dat betekent dat er moeilijkheden kunnen komen, dat mijn weg niet altijd geƫffend is. Door dicht bij God te leven, te werken aan mijn relatie met Hem, zal ik in staat zijn om die moeilijkheden te boven te komen.
De Herder liet de schapen alleen achter in de wildernis. Maar God/Jezus, onze Herder, laat ons niet in de steek. We mogen weten dat we altijd bij Hem aan kunnen kloppen en dat Hij ons zal leiden.
God heeft de rechtvaardigen al gevonden, die hebben zich bekeerd.
BeantwoordenVerwijderenJe kan er vanuit gaan dat zij een relatie met God hebben, of aan het ontwikkelen zijn.
Dit gevonden schaap (mens) leert dat als hij afgedwaald is, weer gevonden wordt.
Of als hij de weg niet weet, ook gevonden wordt.
Soms ligt het nog aan ons om de keuze te maken voor God.
Maar als je naar Hem roept komt Hij je halen en brengt je op zijn schouders thuis.
Zo is iedereen even kostbaar voor God, want iedereen in de hemelen is blij.
Dat zijn ook Zijn engelen!