LEES: Lukas 14 vers 15-24
SOAP: Lukas 14 vers 23-24
"En de heer zeide tot den dienstknecht: Ga uit in de wegen en heggen; en dwing ze in te komen, opdat mijn huis vol worde. Want ik zeg ulieden, dat niemand van die mannen, die genood waren, mijn avondmaal smaken zal."
Deze gelijkenis vertelt Jezus nadat een man sprak over het Koninkrijk van God. Ik denk dat we hiervan kunnen leren dat het niet vanzelfsprekend is dat we daar kunnen binnengaan. In de gelijkenis zijn er mannen genodigd voor een feest. Ze wisten dus dat het feest eraan kwam, maar stelden hun prioriteiten anders, waardoor ze niet in staat waren te komen naar het feest. Toen de tijd van het feest gekomen was, wilden de mannen niet komen, vonden ze andere dingen belangrijker, en daarom konden ze niet het avondmaal houden met de rijke man. Als wij andere dingen belangrijker vinden dan God (Hem niet op de eerste plaats hebben en Hem niet dienen met heel ons hart, ziel en verstand) kunnen wij niet delen in het avondmaal (Jezus' offer waardoor wij vrij mogen zijn van zonden).
BeantwoordenVerwijderenZijn er in mijn leven dingen die belangrijker zijn dan bezig zijn met dingen van God? Die dingen moeten wijken, zodat mijn prioriteiten juist zijn: eerst God, dan al het andere.
Ik denk dat dit ook een gelijkenis is naar God.
BeantwoordenVerwijderenHij nodigt iedereen uit om te komen aan Zijn tafel om te komen eten.
Maar iedereen heeft het te druk met zijn eigen dingen.
Het zijn eigenlijk allemaal rijke mensen die "een zeker mens" uitnodigde.
Ze zijn allemaal verknocht aan het aardse materialisme.
Hun aardse bezittingen zijn groter dan de liefde voor God.
Dan gaat de dienstknecht op pad om armen en verminkten en kreupelen en blinden te zoeken.
In vers 23 staat "en dwing ze in te komen"
Als je de kanttekeningen leest staat daar "ernstig en gedurig aanhouden".
Dus dat is niet 1x vragen, maar het klinkt ferm, stevig.
Zo is het met God ook.
Hij wil graag dat iedereen in het Koninkrijk van God komt.
Maar mensen die meer van aardse dingen houden en niet alles achter kunnen laten zijn het niet waard te komen.
Maar de mensen die niets meer hebben, die kwamen na aandringen naar de maaltijd.
Zo zal het ook hier op aarde gaan.
Alles loslaten om onze God te dienen.
Het aardse is niet belangrijk, maar onze beloning straks in de hemel, daar moeten we voor gaan!