LEES: Lukas 13 vers 31-35
SOAP: Lukas 13 vers 34-35
"Jeruzalem, Jeruzalem! Gij, die de profeten doodt, en stenigt, die tot u gezonden zijn, hoe menigmaal heb Ik uw kinderen willen bijeenvergaderen, gelijkerwijs een hen haar kiekens onder de vleugelen vergadert; en gijlieden hebt niet gewild? Ziet, uw huis wordt ulieden woest gelaten. En voorwaar, Ik zeg u, dat gij Mij niet zult zien, totdat de tijd zal gekomen zijn, als gij zult zeggen: Gezegend is Hij, Die komt in den Naam des Heeren!"
Vandaag vind ik de teksten best lastig. Ik hoop dat ik ze goed heb begrepen.
BeantwoordenVerwijderenIn dit stukje vind ik de godheid van Jezus duidelijk doorschemeren. Zelf is Hij als kind voor Pesach naar Jeruzalem gegaan, maar verder hebben we (dacht ik) nog niet gelezen dat Hij naar Jeruzalem is geweest. Toch zegt Hij hier dat hij al vaak de kinderen van Jeruzalem heeft willen vergaderen, bijeenbrengen. Jezus is God. En alhoewel ik dat nog niet helemaal begrijp, geloof ik het wel.
Wat ik ook opvallend vind in dit stukje, is dat een paar Farizeeën naar Jezus toe kwamen om Hem te waarschuwen voor Herodes. Niet alle Farizeeën waren kennelijk tegen Hem en sommigen wilden Hem zelfs beschermen. Ik kan hiervan leren dat ik niet te snel moet klaar staan met mijn oordeel of mensen over één kam moet scheren.
Jezus liet zich niet afschrikken door de waarschuwingen van de Farizeeën, ondanks dat Hij wist dat Hem vreselijke dingen te wachten stonden. Hij wist dat ze moesten gebeuren om ons te redden. Hij wist dat Zijn werk nog niet klaar was, totdat alles was gebeurd wat in het Oude Testament voorzegd was door de profeten.