LEES: Lukas 11 vers 29-36
SOAP: Lukas 11 vers 29, 33-34
"En als de scharen dicht bijeenvergaderden, begon Hij te zeggen: Dit is een boos geslacht; het verzoekt een teken, en hetzelve zal geen teken gegeven worden, dan het teken van Jonas, den profeet. En niemand, die een kaars ontsteekt, zet die in het verborgen, noch onder een koornmaat, maar op een kandelaar, opdat degenen, die inkomen, het licht zien mogen. De kaars des lichaams is het oog: wanneer dan uw oog eenvoudig is, zo is ook uw gehele lichaam verlicht; maar zo het boos is, zo is ook uw gehele lichaam duister."
Jezus zegt dat de mensen van Zijn generatie geen groter teken zullen krijgen, dan zijn eigen komst. (zoals Jona was voor de mensen van Ninevé en Salomo voor de koningin uit het zuiden) Dat moet genoeg zijn. En dan boffen ze nog, denk ik. Want zij zagen met hun eigen ogen de tekenen en wonderen die Jezus deed. Voor ons moet het ook genoeg zijn dat we Gods Woord hebben en dat we zien wat Hij in onze levens (en in de levens rondom ons) doet.
BeantwoordenVerwijderenBinnenin ons brandt een lamp. Die moeten we niet verbergen, maar laten schijnen voor de mensen om ons heen. God is ons licht. Andere invloeden of afgoden (dingen die ons afhouden van God) moeten we buiten houden, zodat er geen duisternis in ons is.